De uitgever vraagt of ik een illustratie wil maken voor de cover van een boek. Het boek gaat over het verbouwen van een huis. Het is een hele eer dat de uitgever mij benadert, want de verhalenbundel van Martinus de Kam is mijn debuut als illustrator en dit is een nieuw verzoek.
Via de uitgever ontvang ik een schets van de auteur. Het is een leuke schets en een leuk idee, maar niet mijn stijl en daardoor weet ik in eerste instantie niet zo goed wat ik ermee aan moet. Creatieve mensen zetten dan hun onbewuste aan het werk en dat betekent dat ik niet over het probleem ga lopen piekeren. Ik ga iets anders doen, slaap er een nachtje over, misschien zelfs twee nachtjes en laat het onbewuste denken.
De volgende dag weet ik nog steeds niet wat ik met de schets ga doen (het onbewuste heeft blijkbaar meer tijd nodig), maar ik weet wél dat ik mijn eigen weg ga volgen. Daar ben ik ruim twee dagdelen mee bezig. En ik heb er zoveel plezier in! Associatief beland ik van het een in het ander en maak ik keuzes. Als ik klaar ben, ben ik heel tevreden met het resultaat. Ik stuur de illustraties per mail op naar de uitgever. Natuurlijk hoop ik dat de auteur tevreden is, maar eigenlijk denk ik dat hij dat niet zal zijn.
En dat klopt. De uitgever heeft de auteur gesproken en die wijst mijn illustraties af. Hij zoekt iets anders. Desondanks ben ik niet teleurgesteld! Want ik ben tevreden met wat ik heb gemaakt. Maar vooral ben ik blij dat ik trouw bleef aan mijzelf, aan mijn eigen stijl.
In een mail vraagt de uitgever even later of ik kinderboeken zou willen illustreren. Ze vindt dat ik mooie tekeningen maak. Natuurlijk wil ik dat!