Het favoriete gereedschap
Als het over Nicole’s favoriete gereedschap gaat, denkt ze meteen terug aan haar eerste schildercursus in Frankrijk, inmiddels zo’n twintig jaar geleden. ‘Ik deed al wel van alles, maar aan echt schilderen was ik nog niet toegekomen. In Frankrijk leerde ik werken met vrij goedkoop materiaal, kwasten met harde haren en snel drogende verf. Daardoor leer je heel snel en expressief werken, je krijgt geen tijd om veel met de verf te manipuleren. Je staat achter je ezel en je hele lichaam schildert mee. Het is eerst doen, dan kijken. Je zet een streek neer, en dan kijk je pas: Wat staat er? Is dat goed of niet? Moet het anders of niet? Je kunt snel achter elkaar lagen aanbrengen: eerst een laag blauw voor de lucht, en dan daaroverheen een wolkenpartij. Die dunne lagen geven een streep-effect, je blijft de onderlaag erdoorheen zien. Dat geeft een heel speciaal effect.’
Zachte werkwijze
In Nederland moest ze echt anders gaan werken, omdat de boel in ons klimaat minder snel droogt. ‘Hier moest ik ‘zachter’ te werk gaan: kleuren naast elkaar op mijn palet klaarleggen en ook naast elkaar opzetten. Je moet precies weten wat het materiaal doet.’ Dat vergt meer geduld, wat ze niet altijd heeft, je moet er blijkbaar voor in de stemming zijn. ‘Het is een andere techniek, maar net zo leuk.’
Groot werken en klein werken
Nu we dit zo al pratend uiteenzetten, ziet ze opeens paralellen met haar vorige carrière als edelsmid. ‘Als je met zilver werkt, werk je groot. Je staat, je boetseert bijvoorbeeld een theepot. Een goudsmid maakt een ring of een broche, daar gaat het om precisie.’ Twee technieken, allebei leuk.
Schetsen op de markt
Behalve schilderen is Nicole een fervent schetser en tekenaar. Ze illustreerde verhalen en gedichten van bevriend schrijver Martinus de Kam en, u bent gewaarschuwd, het liefst zit ze op zaterdag op een terrasje op de markt met de hond, een schetsboek en een potlood alles te tekenen wat ze ziet. Wageningen, de stad, de mensen en de natuur zijn haar favoriete onderwerpen. ‘Tijdens de lockdown kon dat natuurlijk niet. Dan liep ik met mijn mobiel door de Hoogstraat en fotografeerde ik vanuit mijn heup stiekem mensen die daar stonden te wachten of zo. Thuis verwerkte ik dat dan in mijn schilderijen. Die mensen zijn natuurlijk niet meer herkenbaar, het ging me om de pose.’ Verder aquarelleert ze veel bloemen. ‘Dat klinkt misschien een beetje stom, maar mensen houden daar nou eenmaal van. Dan vind ik het fijn als ik die mensen blij kan maken.’